opc_loader

Menu

ADVIES OP MAAT?

MAIL

OF

BEL: 085 - 043 30 27

Montage systemen


Wanneer je vloerverwarming gaat plaatsen in een ruimte, zijn er verschillende montagesystemen waaruit je kan kiezen. Je kan kiezen uit een draadmatsysteem, noppenplaatsysteem, tackerplaatsysteem en een droogbouwsysteem. De keuze hierin is afhankelijk van je ondervloer, dekvloer en persoonlijke voorkeur. 

   

Gebruik de handige filters om het juiste montage systeem voor jouw project snel te vinden. 

   

16 Artikelen


Hoe leg je vloerverwarming met een montagesysteem?

Montagesysteem voor een cementdekvloer

Het leggen van vloerverwarming in cementdekvloeren is een veelvoorkomende en effectieve manier om een comfortabele en gelijkmatige warmteverdeling in een ruimte te bereiken. Je kan hier een montagesysteem gebruik met noppenplaten, tackerplaten en draadmatten. Hier zijn de stappen die doorgaans worden gevolgd bij het installeren van vloerverwarming in een cementdekvloer:

  1. Voorbereiding van de ondergrond:

    • Zorg ervoor dat de bestaande vloer schoon, droog en vlak is. Eventuele oneffenheden moeten worden verwijderd of geëgaliseerd.
  2. Isolatie (optioneel):

    • Als de vloerverwarming wordt geïnstalleerd op een begane grond of boven een kruipruimte, kan het zinvol zijn om een isolatielaag te plaatsen om warmteverlies naar beneden te minimaliseren. Dit kan helpen om energie te besparen en de efficiëntie van het verwarmingssysteem te verbeteren.
  3. Leggen van de vloerverwarming:

    • Er zijn twee veelgebruikte methoden voor het leggen van vloerverwarming: het systeem in de dekvloer leggen of het systeem bovenop de dekvloer plaatsen.
    • Bij het in de dekvloer leggen worden verwarmingsbuizen (Pe-RT leidingen) direct in de cementdekvloer geplaatst. Ze worden meestal bevestigd aan draadstaalmatten die op de dekvloer wordt gemonteerd om ervoor te zorgen dat PE-RT leidingen op hun plaats blijven tijdens het gieten van de dekvloer.
    • Bij het leggen van het systeem bovenop de dekvloer worden de PE-RT leidingen op een isolatielaag geplaatst, zoals noppenplaat of een tackerplaat en vervolgens wordt er een dunne dekvloer (ca 3cm) over gelegd.
  4. Aansluiten op het verwarmingssysteem:

    • De verwarmingsbuizen worden via een verdeler aangesloten op het verwarmingssysteem van de woning. Dit kan een ketel, warmtepomp of een ander type verwarmingssysteem zijn.
  5. Gieten van de cementdekvloer:

    • Nadat de verwarmingsbuizen zijn geplaatst en aangesloten, wordt de cementdekvloer over het systeem gegoten. Het cement wordt zorgvuldig genivelleerd om een vlakke en egale vloer te creëren.
  6. Uitharding en drogen:

    • De cementdekvloer moet voldoende tijd krijgen om uit te harden en volledig te drogen voordat de vloerverwarming in gebruik wordt genomen. Dit kan enkele weken duren, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden. Het vocht moet uit de vloer ventileren.
  7. Afstellen en testen:

    • Nadat de dekvloer is uitgehard, moet het verwarmingssysteem worden afgesteld en getest om ervoor te zorgen dat het correct werkt en de gewenste temperatuur bereikt.


Het is belangrijk om dit soort werkzaamheden uit te laten voeren door professionals met ervaring in vloerverwarming, omdat het correct installeren ervan cruciaal is voor een efficiënte werking en om problemen zoals lekkages te voorkomen. Daarnaast kunnen lokale bouwvoorschriften en normen van invloed zijn op de installatie, dus het is belangrijk om deze te raadplegen en naleven.


Montagesysteem voor een droogbouw vloer 

Een vloerverwarmingssysteem met droogbouw is een manier om een verwarmingssysteem in de vloer van een gebouw te installeren zonder dat er natte materialen zoals beton of chape nodig zijn. In plaats daarvan wordt het systeem bovenop de bestaande vloerconstructie geplaatst. Hier is een uitleg van hoe een vloerverwarmingssysteem met droogbouw werkt:

  1. Voorbereiding van de vloer: Allereerst moet de bestaande vloerconstructie goed worden voorbereid. Dit betekent meestal dat de vloer vlak, schoon en vrij van obstakels moet zijn. Eventuele oneffenheden moeten worden verwijderd.

  2. Isolatie: Onder het verwarmingssysteem wordt meestal een isolatielaag geplaatst. Deze isolatie zorgt ervoor dat de warmte omhoog wordt gericht naar de leefruimte in plaats van naar beneden in de vloer of in de onderliggende structuren.

  3. Verwarmingsbuizen of -matten: Bovenop de isolatielaag worden verwarmingsbuizen of verwarmingsmatten gelegd. Deze buizen of matten vormen het eigenlijke verwarmingselement. De keuze tussen buizen of matten hangt af van het specifieke systeem dat wordt gebruikt.

  4. Bevestiging: De verwarmingsbuizen of -matten worden op hun plaats gehouden met behulp van bevestigingsmiddelen, zoals clips of draadgaas. Dit zorgt ervoor dat ze gelijkmatig verdeeld zijn en op de juiste afstand van elkaar liggen.

  5. Afwerkvloer: Bovenop de verwarmingsbuizen of -matten wordt een afwerkvloer geplaatst. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit gipsvezelplaten, droge dekvloerplaten of andere geschikte materialen. De afwerkvloer heeft meestal een relatief lage thermische weerstand, zodat de warmte gemakkelijk door de vloer kan stijgen.

  6. Regelsysteem: Een thermostaat en een regelsysteem worden geïnstalleerd om de temperatuur van de vloerverwarming te regelen. Hiermee kunt u de gewenste temperatuur instellen en het systeem aan- en uitschakelen wanneer dat nodig is.

  7. Afwerking: Nadat het vloerverwarmingssysteem is geïnstalleerd en getest, kan de vloer worden afgewerkt met het gewenste vloerbedekkingsmateriaal, zoals tegels, houten vloeren, laminaat of tapijt.


Het voordeel van een droogbouw vloerverwarmingssysteem is dat het relatief snel en schoon kan worden geïnstalleerd, omdat er geen natte materialen en lange droogtijden nodig zijn. Bovendien is het systeem meestal goed regelbaar en efficiënt in het verwarmen van de ruimte. Het is belangrijk om het systeem te laten installeren door een professionele installateur om ervoor te zorgen dat het correct wordt aangelegd en goed functioneert.