Vloerverwarming
Vloerverwarming uitleg
Vloerverwarming maakt voornamelijk gebruik van stralingswarmte, de meest comfortabele vorm van verwarming, waardoor de warmte gelijkmatig over de hele ruimte wordt verdeeld.
Daarentegen dragen radiatoren energie over door middel van convectie, waardoor de lucht boven en rond de radiator op een veel hogere temperatuur wordt verwarmd, waardoor de warme lucht stijgt. Hierdoor is de vloer de koelste plek in de kamer, met de massa warme lucht op plafondniveau.
Vloerverwarming lost dit probleem op door ervoor te zorgen dat er geen koude plekken meer zijn en dat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld waar deze het meest nodig is. Een conventionele radiator kan zo heet worden als 75°C, terwijl een vloerverwarmingssysteem een veel lagere en veiligere oppervlaktetemperatuur heeft tussen 25-27°C.
Belangrijkste systeemcomponenten
Vloerverwarming werkt door een lagere temperatuur van warm water te verspreiden via een circuit van leidingen onder de afgewerkte vloer. De warmte wordt bewaakt en geregeld door intelligente thermostaten om een constante temperatuur te behouden in het hele pand of in individuele zones. Elke warmtebron kan worden gebruikt, inclusief conventionele ketels en hernieuwbare grond/lucht-warmtebronpompen.
Thermostaten (verwarmingsregelingen)
Individuele kamerthermostaten regelen wanneer verwarming in elke kamer nodig is, evenals de gewenste temperatuur. De intelligente thermostaten en slimme vloerverwarmingsregelaars signaleren het bedradingscentrum om te laten weten wanneer er warmte nodig is.
Bedieningscontrol
De schakelcentrale zorgt voor de centrale schakeling van zoneactuatoren (zonemotoren), besturingseenheid en cv ketel zoals gesignaleerd door de kamerthermostaten. Het bedieningcontrol regelt het verdeelstuk dat de ketel aanzet en indien nodig warmte naar de kamer stuurt.
Vloerverwarmingleidingen
Bij ingeschakelde verwarming wordt het gehele vloeroppervlak via de Pe-RT leidingen opgewarmd tot tussen de 25°C - 28°C, waardoor de warmte gelijkmatig wordt verdeeld bij iets hogere dan kamertemperatuur.
Vloerverwarmingsslang legpatronen
De verdeler moet zo goed mogelijk op een centrale plaats worden geplaatst om de benodigde lengte van de leidingen te verminderen (max. 100m buis per groep). Er zijn verschillende manieren om leidingen te leggen, afhankelijk van de afstand tussen de leidingen, de indeling van de ruimte en de bevestigingsmethode. Als u een CAD-tekening heeft aangevraagd, toont deze de specifieke leidingroutes en -patronen voor de klus. Deze voorbeelden tonen echter de belangrijkste beschikbare opties, hoewel er veel mogelijke combinaties zijn.